Een Avondje op Mont St. Michel
We zijn dan wel semi-permanente reizigers dezer dagen, dus het is waarschijnlijk een beetje verwaand om toe te geven dat we niet zo erg genieten van enorme massa's toeristen. Maar we vermijden die hotspots waar het mogelijk is. Onze introverte aard betekent dat we rust zoeken. Rust is een van de vele redenen waarom we de Vendée hebben gekozen om te wonen. Een andere reden is het feit dat Le Mont-St-Michel, een van onze favoriete plekken op aarde, slechts een klein eindje rijden van bij ons thuis is. Met oktober en Halloween om de hoek dacht ik onlangs aan ons laatste bezoek aan “de berg. We vertrokken laat op de dag voor een romantisch diner daar, en waren verrast om te ontdekken dat tussen 20.00 uur s’avonds en 08.00 uur s’morgens, de beroemde Unesco-werelderfgoedlocatie zich terug klapt in de tijd, helemaal tot aan zijn pelgrimswortels.
Vóór onze eerste dagervaring op Mont-St-Michel hadden we er bewust niets over gelezen. Omdat we fervente onderzoekers en lezers zijn, en zoveel houden van geschiedenis, was dit nogal in tegenstrijd met onze geaardheid. Mont-St-Michel is een plaats waarvan we hadden gedroomd om te bezoeken. Het was een must-see die hoog op ons verlanglijstje stond als reizigers. We wilden dan ook totaal verrast zijn.
Maar beide keren dat we er waren, eentje alleen en een keertje met onze familie erbij, lieten we het eiland met gemengde gevoelens achter. Vooreerst is er niets dat niet geweldig is aan deze plek. Superlatieven schieten tekort. Wauw! Het eiland is tegelijkertijd klein en enorm. Het lijkt wel een mini-bergje, en toch kun je het van zo ver zien. Het was alles waar we van hadded gedroomd. En toch dacht ik dat ik door het konijnenhol was gesprongen en in een absolute nachtmerrie was beëindigd.
Als je de vermelde 2,5 miljoen bezoekers per jaar verspreidt over 365 dagen, zou dit gelijk zijn aan 6849 mensen per dag. Hoewel er in de winter minder bezoekers zijn, kraakt het eiland onder het gewicht van het toerisme; in de zomer zelfs met gemiddelden van 14000 mensen per dag. Veertien duizend! Mont-St-Michel mag dan majestueus uit de oceaanbodem oprijzen, maar zo veel mensen reduceren het eiland tot een mierenhoop. Het is onmogelijk om er te ademen. In meer detail heeft de heuvel een omtrek van ongeveer 960 m en het hoogste punt is 92 m. Als alle 6849 mensen tegelijk op de berg zouden zijn, zou elke persoon minder dan een vierkante meter hebben om te staan. Velen van hen zouden op de daken hurken of aan de bomen hangen.
U kunt zien waarom we stonden te popelen om terug te keren voor een nachtbezoek. Hoe zou het er dan zijn? Een carte blanche hebben om naar hartenlust te verkennen, waar de mogelijkheid van een ontgrendelde deur altijd bestaat en ons zou dwingen verder op avontuur te gaan is mijn idee van de hemel. Misschien in een andere dimensie, is mijn naam wel Alice. Ik ben altijd op zoek naar Wonderland.
Velen realiseren zich niet dat Mont St. Michel een echte gemeente is. Het is een dorp met een brandweerman, een (veel bekritiseerde) burgemeester, een postkantoor, een predikant, een boer, een visser en een paar politieagenten. In tegenstelling tot wat je zou denken, zijn er geen openings- of sluitingstijden in dit versterkte dorp. Alleen bedrijven hebben openingstijden, net als de abdij. Ongeveer 40 tot 50 mensen wonen er permanent. Er zijn een aantal hotels. Daarom spreekt het voor zich dat respect van het grootste belang is als je 's avonds door de “straten” en langs de steile trappen dwaalt.
Na onze heerlijke maaltijd die avond, klommen we naar de abdij, ook al was het na sluitingstijd. We begonnen de klim door de lagere dorpskerk, langs een smalle geplaveide straat en via de kleine begraafplaats waar we stopten voor een praatje met de doden. We slingerden door nauwe steegjes en verwonderden ons over de kleinste tuinen die je ooit hebt gezien, vol met struiken en bloemen.
Het was zo cool! Toegegeven, de "gaslichten" zijn niet de piepkleine flikkerende vlammen uit de Middeleeuwen, maar het was gewoon geweldig om een plek te bezoeken die echt tot de verbeelding spreekt. Zonder de toeristen erbij was het wonderbaarlijk. We liepen als twee kinderen verbaast rond. Ik weet zeker dat onze ogen zo groot waren als schoteltjes. We begroetten elke oude boom, een duif die zat te dutten op een gebroken terracotta schoorsteenpot, navigeerden de glibberige kasseien trappen. De zon begon net onder te gaan toen we bij de deuren van de oude abdij kwamen.
En tot onze verbazing stonden ze wijd open! Alsof Michael de Aartsengel zelf ons een gunstje had gedaan!
We gooiden een ongelovige blik naar elkaar. Ik ben er vrij zeker van dat de ogen van mijn man de aankomende schemering helemaal deden schitteren. En ik? Wel, je hoeft het me geen twee keer te vragen dus we hupten meer trappen op alsof we nog niet helemaal buiten adem waren van de reis tot nu toe. Voordat we zelfs tickets konden kopen, werden we verwelkomd door de eerste van een griezelig kunstinstallatie: de klauw van een vogel. Of een draak. En de schaduw ervan op een prachtig getextureerde abdijmuur.
Het was de opening van een symfonische ervaring op De Berg.
Kamer na gewelfde kamer werden we opgewacht door de geluiden van een huilende wind en ongeziene wezens die de nacht doorvlogen. Kolkende schaduwen verbeeldden de mogelijkheid dat de abdij misschien meer dreigend dan uitnodigend was. Ik dacht aan het prachtige boek van Elizabeth Kostova, The Historian, die zich hier deels afspeelt. Ik liep er gebiologeerd rond. Ik hield de hand van mijn man vast, maar voelde me volledig IN de muren en de vloeren van de abdij gezogen.
Ik was een deel van de kunstervaring in tegenstelling tot een toeschouwer te zijn. Tussen de nuances van groen en blauw en wit licht die op de muren speelden, de enge schaduwen, dansende beelden en griezelige geluiden, was ik het vijfde element. Ik was het meisje dat de draken in hun hemelse hol hadden weten te lokken.
Het was geweldig! Maar ik was blij voor een beetje uitstel op het wijd open terras van de grote kathedraal bovenop de berg. Het uitzicht over de baai was spectaculair! De zon liet reepjes roze achter, die de wolken aan elkaar regen. De weerspiegeling van de lucht in de kwelders was de abstracte schildering van de natuur.
Vanaf de grond kun je bij eb de zee niet zien. Van bovenaf is het het verraderlijke terrein dat de pelgrims moesten wandelen tijdens hun tocht naar de abdij, duidelijk. Ik kan me voorstellen dat na een moeizame reis het zien van De Berg een vals gevoel van opluchting en hoop moet hebben geboden. Een hemelse luchtspiegeling.
Met een diepe zucht riep ik de moed bijeen om de vreemde tocht door de abdij te vervolven. De sacristie van de kathedraal was badend in een sierlijk ballet van wit en blauw. Ik ging op de oude plavuizen vloer liggen om mezelf te stabiliseren en de scène vast te leggen op foto. Het was anders pikdonker. Als iemand over me struikelde, had ik misschien de oude stenen in een hoop puin samengeschreeuwd. Toch had ik daar voor altijd kunnen blijven liggen. Ik wilde elke ziel die ooit de heuvel had beklommen, gevangen was gehouden, de poorten van de hel had gezien of zich had vastgebonden aan engelenvleugels, in mijn lichaam voelen sijpelen.
Hoeveel mensen hadden zich daar in de loop van de eeuwen uitgestrekt? Wie waren zij en wat waren hun ambities? Waarom hadden ze de bedevaart gemaakt? Wie zijn de handvol nonnen en de monniken die op dit moment op deze indrukwekkende plek wonen en de schaduwen van de draak bewaken?
Uiteindelijk was ik droevig en opgelucht om de abdij van Mont-St-Michel te verlaten. De kunstinstallatie slaagde erin een krachtige vertrouwdheid op te roepen die nog lang in mijn ziel zal blijven voortleven. Toen ik de berg afdaalde, overwoog ik elke trede van de trappen, elke door mensen gevormd kassei, en de voeten die hen door de eeuwen heen vertrappelden.
Ik had verwacht-gehoopt-dat de berg 's nachts helemaal anders zou zijn dat het eeuwenoude imago (zonder toeristen) tot leven zou komen.
Het is gelukt! Meer nog, Mont St. Michel is erin geslaagd me in zijn zakken te steken en een eeuwig gevoel van verwondering te injecteren. Ik begreep meer dan ooit dat de drang om door het leven te gaan met een nooit aflatende verwondering en nieuwsgierigheid in mijn hart, mijn eigen pelgrimstocht is.
Bren
Share this Post